Almine Rech Gallery heeft het genoegen de tweede solo-expositie van de Belgische kunstenaar Johan Creten in de galerie aan te kondigen. De titel, ‘8 Gods’, vloeit voort uit zijn nieuwe serie beelden, die speciaal voor deze tentoonstelling werden gemaakt. ‘8 Gods’ wordt simultaan gepresenteerd met een van Creten's belangrijkste monografische tentoonstellingen tot nu toe, ‘La Traversée / De Overtocht’, momenteel bij CRAC OCCITANIE / Pyrenées-Méditerranée in Sète, Frankrijk tot 17 April 2017.
Sinds de late jaren 80 heeft Creten bewezen een ware pionier te zijn in de heropleving van de keramiek en het gebruik van traditionele technieken in de hedendaagse kunstwereld. Dit wordt met name geïllustreerd in de serie Wargames die wordt gepresenteerd in de eerste tentoonstellingsruimte. De reeks muurstukken laat de toeschouwer toe een eerste glimp van Creten's artistieke universum op te vangen. De Wargames, werken die zich situeren op de grens tussen schilder- en beeldhouwkunst, werden voor het eerst gemaakt in 2013, na de Alfred Paintings die de kunstenaar maakte tijdens een residentie aan de Alfred University in de staat New York. Ze combineren gesmolten glas en elementen in geboetseerde klei, die eens gebakken en geglazuurd op de stralende gouden textuur van een bijennest gelijken. Hoewel ze verwijzen naar de nauwgezette honingraatconstructiemethode van de bij, lijken de geometrische structuren die elke sculptuur bedekken eveneens op mentale landschappen, geopolitieke kaarten of de krijgsplannen van videospellen. Op een afstand lijken de werken op intieme schilderijen, en hun hybride en levendige aspect herinnert aan Creten’s affectie voor het spelen met perceptie. De pure schoonheid van deze verleidelijke, glanzende en transparante emailwerken staat in schril contrast met hun degelijkheid, opaciteit en artisanale uitstraling. De emailwerken worden door de kunstenaar gewaardeerd omwille van de intrinsieke symbolische waarde van het materiaal, die een creatieve daad van verzet weerspiegelt, wars van de abstractie, ten opzichte van een wereld die constant verandert. Deze neiging naar engagement en het maken van 'weerbarstige' werken, verwijzen naar het thema van het lot – zowel het persoonlijke als het collectieve - dat reeds aanwezig is in werken als Naissance d'une Ombre (1993) en Pliny's Sorrow (2011).
Een ensemble van meer architecturale en figuratieve werken wordt gepresenteerd in de hoofdzaal. De ruimte wordt ritmisch doorbroken door drie indrukwekkende, in brons gegoten, zwarte zuilen, Massu genaamd. Deze zuilen, zowel statisch als dynamisch, schieten omhoog in een uitbarsting van vitale energie. De grootste van de drie is bijna zes meter hoog en lijkt het plafond van de galerij te doorboren. Creten ging ongeveer tien jaar geleden met brons werken, een materiaal dat de kunstenaar nieuwe mogelijkheden tot sculpturale experimentatie bood. Door hun continuïteit en regelmatigheid gaan deze werken ook een dialoog aan met de eindeloze zuilen van Brancusi, een kunstenaar waarmee Creten de gestuele radicaliteit, die een verlangen naar tijdloze verheffing evoceert, gemeen heeft. De zuilen van Creten echter, samengebracht als een drie-eenheid, onderscheiden zich van Brancusi's primitivistische visie op grond van hun gevoelslading. Andere versies en edities van de sculpturen werden eerder tentoongesteld in het Middelheimmuseum in Antwerpen, België (2014), de Gellone abdij in Saint-Guilhem-le-Désert, Frankrijk (2015) en maken deel uit van de permanente collectie van het NOMA (De Sydney en Walda Besthoff beeldentuin, New Orleans Museum of Art) in de Verenigde Staten.
Tussen deze monumentale architectonische elementen worden de 8 Gods geplaatst, nieuwe figuratieve sculpturen op gekleurde sokkels in geglazuurd keramiek. De werken werden in de afgelopen twee jaar gerealiseerd bij atelier Struktuur 68 in Den Haag. De gedeeltelijk of volledig gesluierde mannelijke en vrouwelijke figuren, die door hun houdingen herinneren aan antieke sculpturen of heiligenbeelden, vormen samen een levendige doch stille groep. De uniciteit van elk beeld, versterkt door de gebruikte glazuurtechniek, animeert de werken die zowel onderling als met de toeschouwer lijken te dialogeren. Deze laatste wordt ook uitgenodigd om plaats te nemen op een van de gekleurde 'Points d’Observation (Waarnemingspunten)' die op meerpalen in havens lijken voor de observatie van, en interactie met, de hem of haar omringende Muzen. Deze observatiepunten, speciaal ontworpen door de kunstenaar als een rustpunt tussen de werken, dienen ook als een pauze in de tijd. Simultaan laten zij Creten ook toe om zijn reflecties op de relatie tussen beeldhouwwerk en sokkel, en tussen de toeschouwer en zijn omgeving van beelden verder te zetten. Met uitzondering van The Boy, ontdekken we bij het lezen van de allegorische titels van de andere werken een reeks van dualiteiten en tegenstellingen: The Knife keert zich van ons weg, en suggereert een archetypische figuur van verleiding, maar is ze ook niet een slachtoffer dat dader wordt, zoals de figuur van Maria Callas, de ultieme treurspelactrice, in het schijnsel van de camera? Als geesten roepen The Ring en The Mirror zowel voorzichtigheid en rechtvaardigheid als twijfel en weerstand op. The Veil, met een volledig versluierd gezicht, is misschien wel de allegorie zelf van dit verborgen, op het eerste gezicht onleesbare, programma.
‘8 Gods’ opent als een theatrale enscenering of een hedendaagse tempel waarin de Wargames van Creten in de eerste ruimte een gebeeldhouwd peristilium symboliseren. Het ensemble van zuilen en standbeelden dat hier door de kunstenaar is verzameld, vermengt individueel geheugen en historische verhalen in een syncretisch en poëtisch sculpturaal universum, en nodigt de toeschouwer uit om deel te nemen in een contemplatieve wandeling.
Life is neither good nor bad
Life is life and all we know
Good and bad and joy and woe
are woven fine
(Leonard Bernstein, Candide, 1956)